AVO Valve Characteristic Meter Mk II

Koperoxide- en vacuumdiodes uit de AVO-VCM MkII

Ik heb deze buizentester een jaar of wat geleden kado gekregen bij de opruiming van een electronica-werkplaats. Sindsdien heb ik er veel plezier van gehad, tot hij ongeloofwaardige resultaten begon te geven: de emissie van alle geteste meer-roosterbuizen was nul, terwijl triodes en als triode geschakelde penthodes op dit punt in orde bleken. Ik heb toen besloten het apparaat eens aan een grondig onderzoek te onderwerpen, waarbij het in de eerste plaats nodig was het schema te begrijpen.

Dit schema komt voor in de gebruikershandleiding van AVO [1]. Na uitvoerige bestudering en vergelijking met de echte tester bleek er in dit schema een fout te zitten, die er kort gezegd op neer komt dat de anodestroomleiding (voorzien van een onderbrekingspunt 'link' genaamd) verkeerd is getekend. Er is overigens een wat moeilijker te vinden document van het UK Army Council [2] waarin een correct (maar geheel anders opgezet) schema is opgenomen.

De 'usual suspects' in een antiek electronisch apparaat zijn de electronenbuizen. In de VCM zit er maar één: een EA50 'acorn' diode. Deze bleek echter in prima staat, en er was dus geen reden om hem te vervangen. Overigens, de enige reden voor het gebruik van een vacuumdiode is, dat hij deel uitmaakt van een (het enige) deelcircuit waarin hoge spanningen over de diode voorkomen. Koperoxidegelijkrichters kunnen slechts enkele volts tegenspanning verdragen. De eveneens hoge werk-gelijkspanning voor de te testen buis wordt door die buis zelf geproduceerd: een bijzonderheid van AVO-VCM. Het op het internet te vinden voorstel om bij het kalibreren van de tester geen buis in de tester te zetten maar een regelbare weerstand klopt daarom absoluut niet!

Van de beide naast de EA50 gemonteerde koperoxide-gelijkrichtertjes bleek er één defect; ik heb ze beide door toevallig voorhanden 1N4007 siliciumdiodes vervangen. De diverse regelbare weerstanden zijn geopend en schoongemaakt met contactspray. Voor de schakelaars en relaiscontacten bleek dit niet nodig. De drie aanwezige condensatoren (2 papier, 1 elco) bleken in orde.

Uiteindelijk bleek de oorzaak van de storing, dat er een draadje lopend naar de in de schermroosterleiding opgenomen EA50 was gebroken. De schermroosterspanning was daardoor ongedefinieerd, met het vermelde resultaat.

Na de reparatie- en onderhoudsbeurt was het nodig de VCM te herkalibreren. De kalibratie-procedure die in [1] en [2] wordt voorgeschreven is niet compleet, omdat de stap ontbreekt waarin de relatie tussen de netspanning en de meteraanwijzing gechecked wordt. Ik ben als volgt te werk gegaan. Sluit de meter aan op een stabiele 220V (in mijn geval een variac met servomotor-regeling). Met de VCM ingesteld voor 220-230 V, en de ~ schakelaar in een middenstand moeten dan de anode- schermrooster- en gloeispanningen binnen de door AVO in [2] aangegeven grenzen liggen: als dit niet klopt is er iets met de voedingstransformator. Verzet eventueel de metershunt (trimpotmeter S) tot de wijzer precies op de rode streep staat. Volg verder de aanwijzingen in [2] bij het meten van de anodestroom en de negatieve roosterspanning. Het is nergens voor nodig om voor veel geld bij 'jacmusic' [3] een stel ijkbuizen aan te schaffen.......

[1] 'The AVO Valve Characteristic Meter, working instructions, 3rd edition. Te vinden bij http://bama.edebris.com/manuals/.
[2] Testers, Valve, AVO technical handbook - Field and Basis Repairs, UK Army Council 1958.
[3] http://www.jacmusic.com/Tube-testers/index.html